BEREIDING

Combineer bloem, tijm, zout en peper in een ondiepe kom. Bagger koteletten in bloemmengsel. Schud overtollige bloem af.

Smelt 2 eetlepels boter in een grote koekenpan op middelhoog vuur. Bak de koteletten aan beide kanten goudbruin, ongeveer 3 tot 4 minuten per kant. Transfer naar plaat. Bedek met folie en hou ze warm.

Smelt de resterende eetlepel boter in een koekenpan op middelhoog vuur. Bak de sjalot tot hij zacht is, ongeveer 1 minuut. Voeg de stukjes appel, appelsap en mosterd toe in de pan. Verhoog de hitte tot middelhoog. Breng de saus aan de kook. Laat sudderen en kook tot de saus begint te verdikken, ongeveer 4 minuten. Breng kalkoen terug in de pan met opgehoopte sappen.

Breng op smaak met peper en zout. Garneer met verse peterselie en serveer met gekookte rijst en cider.

Eet smakelijk!