BEREIDING

Al nu moet ik een ding zeggen. Op het Oosten et men de maanzaad niet rauw en “maar bestrooid” op gebak, maar we eten het meestal gemalen (speciaal als het over warme bereidingen gaat) en samen met pasta of als vulling in de koekjes.
Gemalen maanzaad lost makkelijker de ijzer die hij bevat en die kan op deze manier sneller in ons lichaam opgenomen worden.

Maak het deeg zoals beschreven in de link. Terwijl het deeg aan het rijzen is, bereid de banketbakkersroom (ook beschreven in de tweede link) en de maanzaadvulling:

MAANZAADVULLING

Maal de maanzaad in een maanzaadmolen. Breng de suiker, melk en vanillesuiker aan de kook en voeg de maanzaad bij. Laat even samen opkoken, haal van het vuur en voeg de geraspte appeltje er bij. Meng goed door en laat afkoelen.

AFWERKING

Weeg na de voorrijs stukjes van 50 g af en bol ze op. Leg de bolletjes op een ingevette bakplaat en druk ze even plat. Dek ze dan af met een doek en plasticfolie.

Druk na 20 minuten de bolletjes in het midden in zodat er een kuiltje ontstaat. Dek ze opnieuw met doek en folie af. Herhaal deze bewerking na 10 minuten en nog een laatste maal 15 minuten daarna.

Bestrijk de mastellen dun met eistrijksel en vul het kuiltje op met koude banketbakkersroom en maanzaadvulling. Leg er eventueel stukjes fruit op. Laat de mastellen nog 15 minuten rijzen (niet afgedekt) en bak gedurende 10 minuten af op 230°C.

Rol ze volledig door de poedersuiker zodra ze uit de oven komen.

Broodjes zijn perfect geschikt om na het bakken en afkoelen ook ingevroren te zijn.