BEREIDING

Eerst maak het hartje. Smelt de chocolade samen met de slagroom en meng alles goed. Verdeel de chocolade ganache in de vormpjes en laat voor minstens twee uur vriezen.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Maat de abrikozen uitlekken. Ik had geen abrikozen op siroop dus heb ik 200 g van verse abrikozen, samen met de suiker en sap van halve citroen even opgekookt. Daarna liet ik ze even uitlekken en 150 gram van afgewogen.

Pureer 150 g van abrikozen. Smelt de boter. Meng de bloem met de bakpoeder. Klop de eieren met de suiker en de room. Voeg de puree bij en daarna de mengeling van de bloem en bakpoeder. Als laatste voeg de gesmolten boter en meg goed.

Snijd de rest van de abrikozen in heel kleine stukjes en doe ze bij het beslag. Vul vier individuele siliconen bakvormpjes met het beslag en zet ze in de koelkast voor een uurtje afkoelen.

Neem ze na een uur van de koelkast. In het midden van elk vormpje duw een hartje van chocolade, zet de vormpjes in de oven en bak voor 15 minuten.

Neem ze uit de oven, laat 5 minuten rusten en ontvorm de moelleux op een rooster. Laat afkoelen.

Serveer met wat fruit of chocolade naar wens.