BEREIDING VAN DE BODEM

Het recept is geschreven voor een bakplaat met diameter van 25 cm. Ik wou een hogere taart daarom heb ik een kilo platte kaas gebruikt maar het kan net zogoed ook met een halve kilo. Alleen halveer dan ook de hoeveelheid van eieren.

Maal de biscuits of Petit Lu koekjes in een mixer tot fijn “bloem”. Zeef ze in de kom en meng samen met de suiker en cacaopoeder. Smelt de boter en meng onder de cacaomassa.

Smeer de bakvorm met de boter en pak ze in de dubbele laag van aluminiumfolie. Druk de cacaomassa op de bodem van de bakvorm en zet opzij.

ABRIKOZEN VULLING & COULIS

Was en ontpit de abrikozen. Snijd de helft in kleine stukjes en laat koken met 2 el suiker en sap van 1/2 citroen tot heel zacht. Haal ze door een zeef en laat de coulis afkoelen.

Neem de tweede helft van de abrikozen, snijd in grotere stukken en kook tot ze zachter worden samen met 3 el suiker en de tweede helft van de citroensap. Als de abrikozenstukjes zachter maar niet te zacht zijn, zeef ze en doe de stukjes apart en laat ze volledig afkoelen.

SAMENSTELLING VAN DE TAART

Verwarm de oven voor op 190°C.

Klop samen in een grote kom de platte kaas, de extract, vanillesuiker voor een minuut. Daarna voeg een bij een de eieren en klop tot een homogeen mengsel.

Verdeel eerst de gekookte abrikozenstukjes over de taartbodem en giet alles over met het kaasmengsel. Doe de abrikozencouli in een flesje met hel dune spuitmond en spuit nu op de oppervlakte van de taart dotjes over de hele taart. Je kan ook een lepel gebruiken. Met een houten spies of tandenstoker, swirl de abrikozensaus in de gewenste vorm.

Zet de bakvorm in de aluminiumfolie in een grotere bakschotel, voel hem tot de helft van de bakvorm-wand met kokend water en zet alles in de oven. Verlaag nu de temperatuur tot 160°C en bak de kaastaart voor 55-65 minuten.

Neem de taart na het bakken uit de oven en laat ze op een rooster volledig afkoelen. Ze smaakt best als je ze pas de volgende dag snijd en eet.

In plaats van abrikozen kan je ook andere vruchten zoals frambozen, perziken of bessen gebruiken.