BEREIDING

Begin met het bereiden aardappelen, omdat er het ​​langst duurt. Schil ze, was en kook ze in gezouten water. Laat ze uitlekken, voeg de boter toe, meng goed en houd ze tot het gebruik warm.

Terwijl de aardappelen koken, bereid je wortelen. Schil ze, spoel en kook tot zacht maar zodat de wortels niet zullen breken – ze moeten “al dente” gekookt zijn.

“Schrik” de wortelen na afgieten in ijskoud water en laat ze uitlekken. Eindelijk droog ze met keukenpapier, zodat het vet niet zal spetteren tijdens het karameliseren.

Spoel de kabeljauwfilets, droog ze met keukenpapier en kruid met zout en peper. Verhit de boter met de olijfolie in de pan. Als het vet heet is, doe de bereide kabeljauwhaasjes in en bak ze aan beide kanten, maar zorg dat de vis niet droogt.

In tweede pan, vrijwel gelijktijdig met kabeljauw verhit 20 g boter. Wanneer de boter bruint, voeg de suiker, laat hem smelten en voeg de wortelen toe. Karameliseer ze bij regelmatig omdraaien.

Serveer de kabeljauw filets op warme borden samen met gekookte aardappelen en gekarameliseerde wortelen.