In tijden van kerstbakken krijg ik vaak zulke vragen gesteld: “Hoe verwerk jij het deeg? Mij lukt het niet, het is te plakkerig. Heb jij een trucje hiervoor? Hoe krijg je een zo kleverige massa onder controle?”
Voor diegene die denken dat het triviaal en onnodig is moet ik zeggen dat we het hier hebben over deeg erg rijk aan honing. Wij spreken niet over een deeg waarin maar één of twee lepels honing zitten.

Om speciaal de beginners tussen ons te helpen zal ik niet alleen een beschrijving geven van hoe te werken met deeg maar ook foto’s toevoegen. Geloof me dat het werk met echte honingdeeg – die erg plakkerig is – geen nachtmerie hoeft te zijn. Alleen moet je je met een beetje meer geduld wapenen.

Je motto is: Hoe minder je het aanraakt hoe makkelijker je ermee kan werken. 

HOE MAAK IK EEN HONINGDEEG

1. Eerst zeef ik de bloem en de suiker in een grote kom. Daarna doe ik er alle droge ingrediënten bij zoals kruiden, bakpoeder of soda bicarbonaat (of wat het recept beschrijft), en ook de citroenschil. Daarna meng ik dit alles goed door elkaar.
2. Pas nu haal ik het vet uit de koelkast en gesneden in blokjes voeg ik het toe aan het deeg.
3. Nu druk ik het vet in het bloemmengsel en “verpulver” het daarin; wat wil zeggen dat ik de stukjes tegen mekaar duw in mijn handen tot er geen klonter boter meer in de massa zit.
4. Nu doe ik de massa in de keukenrobot en voeg ik nog de honing en de eieren er aan toe.
5. Met de broodhaak laat ik de machine het werk doen – niet op een hoge snelheid; alleen zoals bij brooddeeg. Pas vóór het einde laat ik de machine eventjes sneller draaien.
6. Het deeg is nu voor 90% gemaakt maar nog niet helemaal klaar – je kan nog de onverwerkte bloem zien. Dit is het moment wanneer ik hem op de werkplek breng.
7. Nu komt mijn “trucje”: NIET MET DE HANDEN maar met behulp van twee spatula’s (scrapers) “kneed” ik het deeg zo lang tot het mooi homogeen is (zie foto onderaan). De handen maken het deeg onnodig warm en dat is de reden waarom het bij het verwerken zo hard plakt. Ik weet dat dit “maar bakken” is, maar ook hier gelden de wetten van de fysica. En zoals we weten: opgewarmd vet en honing smelten en plakken makkelijker dan gekoelde. Natuurlijk doe ik hier en daar een beetje bloem bij het deeg terwijl ik er met werk.

Uiteindelijk breng ik het met behulp van de spatula’s op de keukenfolie om hem in te wikkelen en zo gaat het deeg in de koelkast rusten en smaak ontwikkelen. Het deeg moet minimum één uur, best één nacht, rusten. Maar als je hem daar ook vijf dagen laat staan kan dat ook geen kwaad – honing is een natuurlijk bewaarmiddel dus het zal zeker niet slecht worden.

HOE MAAK IK KOEKJES VAN HET DEEG

1. Ik verwerk NOOIT het volledige deeg. Eerst snijd ik slechts 1/3 van het deeg en alleen dit stuk rol ik tot een dikte van 4-5 mm. Daarna snij ik er koekjes van met behulp van de uitstekers. Het gekoelde deeg is heel makkelijk te verwerken en hoeft niet te veel bebloemd te worden. Ook de uitstekers “doop” ik regelmatig in de bloem zodat het deeg er niet op zal plakken. Tot het eerste stuk deeg niet verwerkt is haal ik geen andere uit de koelkast.
2. Ook de koekjes leg ik op de bakplaat met behulp van de spatula’s (scrapers). NIET met de handen om het opwarmen van het deeg te voorkomen.
3. Daarna smeer ik hen met eistrijksel en decoreer desnoods met mini-confetti.
4. Na het bakken was ik de uitstekers met afwasmiddel en borstel maar ik droog ze niet met de hand. Ik leg ze op een schone bakplaat en steek ze in de juist uitgeschakelde oven. De restwarmte zal het werk voor mij doen tot in de kleinste hoekjes.