BEREIDING

Doe de bloem in een cirkel op een werkblad. Strooi het zout langs de buitenkant van de bloem. Giet het water in het midden en doe daar ook 250 gram van boter bij. Vermeng dit alles langzaam met de bloem tot een homogeen deeg en laat hem onder plastiek 20 minuten rusten.

Rol het deeg nu tot een vierkant van 8 mm dik. Smeer de resterende boter gelijk op twee derde van de rechthoek. Vouw het deeg naar het midden toe dicht, te beginnen met het deel zonder boter. Het is nu klaar om getoerd te worden.
Bestrooi de werkblad met een beetje bloem. Rol het deeg tot een rechthoek van 1 cm dik. Zorg dat er geen bloem op het deeg blijft. Vouw het deeg in drieën – dit is de eerste toer in drieën.

Rol het deeg nogmaals uit tot een rechthoek van 1 cm dik in de tegenovergestelde richting. Verwijder de bloem van het deeg en vouw hem in drieën – dit is de tweede toer in drieën. Wikkel het deeg in de folie en laat gedurende 20 minuten rusten in de koelkast.

Na 20 minuten herhaal de procedure zo, dat je nu vier toeren in drieën bekomt. Wikkel het deeg in de folie en laat nog gedurende 20 minuten rusten in de koelkast.

Na 20 minuten herhaal de procedure zo, dat je nu zes toeren in drieën bekomt. Wikkel het deeg in plastic en laat gedurende 20 minuten

Tot slot wikkel het deeg in plasticfolie en als je hem niet onmiddellijk gaat in een taart bewerken, zet hem tet gebruik in de vriezer.

1. Als je de boter voor het deeg gebruikt, laat dan het deeg liefst 30 minuten na elke toer rusten.
2. Het uitrollen in tegenovergestelde richtingen zorgt voor een gelijkmatige werking van het deeg.
3. Bladerdeeg mag na vier toeren in drieën in de koelkast worden bewaard tot de volgende dag.
4. Het deeg zoals de ongebakken bladerdeegproducten kunnen voor een langere periode in de diepvriezer worden bewaard.